INTERVIEW MET JENNIFER DA CRUZ


Als ik uiteindelijk die glimlach op het gezicht zie, dan vind ik dat al heel mooi!

De van Kaapverdiaanse afkomst Jennifer Da Cruz werd 35 jaar geleden geboren in Rotterdam. Zij heeft haar diploma HBO psychologie behaald, is docent beroepspraktijkvorming geweest op het MBO en heeft de opleiding SJD (Sociaal Juridische Dienstverlening) gedaan. De laatste opleiding bleek toch niets voor haar te zijn, omdat ze de interactie tussen mensen te afstandelijk vond. Via een vriendin kwam zij bij MOB terecht waar zij nu inmiddels alweer vier jaar werkt.

Mensen helpen zodat zij hun zelfredzaamheid kunnen vergroten. Dat sprak Jennifer enorm aan toen zij ervoor koos om de baan van maatschappelijk werker te accepteren bij MOB. Andere kwaliteiten die nodig zijn voor deze functie? Goed kunnen luisteren en doorvragen wanneer dat nodig is. ‘Ik let op de lichaamstaal, want hetgeen mensen zeggen komt niet altijd overeen met de manier waarop zij reageren. Dus observeren, daarop reageren en doorvragen wanneer dat nodig is. Wat hierbij ook meespeelt is om de culturele achtergrond en leefwijze van de cliënten te respecteren. Dat is heel erg belangrijk.’

Wat vind je nog meer interessant aan deze functie?
‘Ik krijg ook veel voldoening uit mijn werk als ik mensen kan begeleiden en ondersteunen, zodat zij er beter uitkomen dan voor de hulpvraag. Echt zelfstandig bezig zijn en mijzelf iedere keer weer uitdagen om nog beter in mijn werk te worden. Zelf een manier vinden die werkt voor mij om mijn cliënten te helpen.
Toen ik begon te werken bij MOB had ik de keus, wegens vakantie van mijn begeleider, te wachten op begeleiding of direct het diepe in. Ik heb er toen voor gekozen om het diepe in te gaan. Het was druk en veel uitzoeken, maar het heeft mij wel geholpen om te komen waar ik nu ben. Door deze ervaring weet ik nog beter hoe ik mijn cliënten kan helpen. Cliënten zeggen over mij dat ik rust uitstraal en zij nemen mij in vertrouwen, hierdoor verloopt de interactie heel soepel. Mijn kracht is dat ik mijzelf blijf, want wanneer ik dat niet doe kunnen cliënten er snel doorheen prikken. Van nature ben ik een oprecht persoon. Ik denk altijd bij mijzelf, hoe wil ik dat er met mijn ouders wordt omgegaan. Respect is belangrijk. Als ik uiteindelijk die glimlach op het gezicht zie, dan vind ik dat al heel mooi!’

Jouw werk kan veel emoties teweegbrengen. Hoe scheid jij werk en privé?
‘Ik probeer altijd te relativeren, want de volgende dag wil ik weer fris en fruitig mijn werk op kunnen pakken. Het klinkt afstandelijk, maar ik zet de schakel om. Mijn client heeft er namelijk niets aan als ik teveel meebeweeg in zijn of haar situatie. Het zou mijn professionaliteit alleen maar in de weg staan.’


Hoe ziet globaal jouw werkdag eruit?
‘Ik begin altijd met een smoothie. Ik ben er dol op, zegt zij lachend. Normaal gesproken heb ik elke dag huisbezoeken, maar in deze coronatijd doe ik dat vanuit huis. Toch plan ik om de week twee dagen in om sommige cliënten te bezoeken. Mijn cliënten variëren in de leeftijd van 37 tot 85 jaar. De ouderen bel ik vaker. Ik bel ze twee tot drie keer in de week als ze behoefte hebben om te praten. Ik baseer mijn begeleiding op het moment dat het nodig is. Met eenzame ouderen neem ik vaker contact op. Mijn afspraken bestaan niet alleen uit huisbezoeken, maar ik ga ook samen met de cliënt naar instanties zoals de gemeente, UWV of de Arbo-arts. Het is voor cliënten die mentaal niet in staat zijn om zelf het gesprek te voeren of waarvan de financiën dusdanig in de knoop zitten dat er een bewindvoerder aan te pas moet komen. Ik ondersteun ook op het emotionele vlak bijvoorbeeld in een rouwproces. Vaak gaat het om sociaal persoonlijk functioneren.’

Wat is je tot nu toe bijgebleven van het werk?
‘Het is al even geleden dat ik een mevrouw die zorg weigerde moest helpen. Omdat het niet goed ging heb ik gesprekken met haar gevoerd om haar duidelijk te maken dat zij niet langer zelfstandig kon blijven wonen. Haar huis was vervuild en ik merkte dat haar gedrag veranderde. Zij vond dat er niets aan de hand was en prima op zichzelf kon blijven wonen. De situatie verergerde. Vervolgens heb ik in samenwerking met de casemanager dementie en familie het huisuitzettingstraject in gang gezet. Zij was heel erg boos op mij dat ik dat had gedaan. Zij had er namelijk jaren gewoond en haar herinneringen werden haar afgenomen. Volgens haar had ik haar leven verpest. Gelukkig gaat het nu weer goed en ben ik blij dat ik die keuze heb gemaakt. Zij begreep het toen niet, maar het was voor haar eigen welzijn. Inmiddels redt zij zich met hulp in een andere woning.  Nu zegt zij tegen mij: ‘Ik zie jou echt als een familielid. Ik hou van jou. Dat zijn de cadeautjes van het werk, waardering vanuit de client.’

Wat zijn de leuke en minder leuke dingen die je hebt meegemaakt in je werk?
‘Wat mij blij maakt is de waardering die ik van cliënten krijg. Minder leuk is het als ik te maken krijg met een gedwongen huisuitzetting. Ook huiselijk geweld en nog meer als er kinderen bij betrokken zijn. Er moet dan zo snel mogelijk naar een veilig onderkomen gezocht worden.’ 

Hoe zie jij jouw toekomst bij MOB?
‘Het is een jonge en dynamische organisatie. Ik heb de ruimte gekregen om te kunnen groeien. Ik ben begonnen als maatschappelijk werker en deed alleen de begeleiding. Daarna caseregie, dat is een belangrijke schakel voor de hulpverlener. Dit houdt onder andere in de eerste contactpersoon zijn voor de cliënt en andere hulpverleners. Sinds kort ben ik procescoördinator voor Team West. Ik houd mij bezig met het coördineren van lopende processen en heb de eindverantwoording. Het zijn nieuwe werkzaamheden die buiten mijn comfortzone liggen. Ik ben leergierig, maar zodra ik iets onder de knie heb dan wil ik weer verder groeien. Er zijn verschillende trainingen om de deskundigheid te vergroten bijvoorbeeld omgaan met ziektebeelden. Ik ben trots op mijzelf dat ik stappen heb kunnen maken. Mijn toekomst is dan ook: blijven groeien voor mijzelf en voor MOB.’


Copyright MOB 2022. Alle rechten gereserveerd.