Interview met Miranda Beerthuizen
Mijn cliënten zeggen wel eens dat ze meer aan mij hebben dan aan hun eigen dokter….
Aan het woord is Miranda Beerthuizen, verpleegkundige in Amstelveen en omstreken. Zo’n 8 jaar geleden begon Miranda haar opleiding als docent geschiedenis en later de PABO. Met name de didactische vaardigheden hebben haar interesse. In de praktijk ervaarde zij dat theorie en praktijk in het onderwijs niet goed aansluiten. Dit is ook de reden dat zij stopte met de opleiding in het onderwijs en heeft gekozen voor de zorg.
Uit de trainingen die zij aan haar collega’s geeft haalt zij veel voldoening. Als ik medische technische kennis zo kan uitleggen dat collega’s of cliënten het begrijpen dan is mijn missie volbracht. Voorlopig is Miranda nog niet uitgeleerd. Ze heeft een post hbo-specialisatie dementie verpleegkundige afgerond en ze begint dit najaar aan de opleiding wondverpleegkunde aan de Erasmus Universiteit. Werken en leren tegelijkertijd is een uitdaging maar werkdruk voelt ze niet. Werkdruk is zoals ze zelf omschrijft: Druk die jezelf creëert.
Waar denk je zelf aan?
Tegenwoordig zeggen huisartsen wel eens tegen cliënten: waar denk je zelf aan? Als je als patiënt binnenkomt met gezondheidsproblemen. Ik merk aan cliënten dat ze vaak meer informatie nodig hebben over hun gezondheidsproblemen en dan probeer ik ze zo goed mogelijk te informeren over hun gezondheid.
Miranda werkt in de wijkverpleging en vindt informatie overbrengen aan patiënten van grote waarde, zeker als dit van belang is voor de gezondheid van een patiënt. Hierbij houd ik rekening met de overtuigingen van de client en ik baseer mij op de feiten. Vaak komen de vragen, nadat ze bij de arts zijn geweest. Het is dan prettig om ze thuis in vertrouwde omgeving (opnieuw) te informeren over hun gezondheid of medicijnen. Hierdoor zeggen cliënten weleens, voor mij ben je net de dokter.
Achter de voordeur
Je komt van alles tegen achter de voordeur, dat vind ik het leukste van mijn werk. Je bent de hele dag bezig met mensen. Tijdelijk maak je een onderdeel uit van hun leven en ik vind het bijzonder om daar deel van uit te mogen maken. Daarnaast vind ik het fijn om een bijdrage te leveren aan een goede gezondheid van mensen.
In de afgelopen jaren zie ik dat cliënten ook flexibeler worden. Zo stellen ze bijvoorbeeld hun verwachtingen over het rooster bij. Cliënten realiseren goed dat er op dit moment een arbeidstekort is en dat we doen wat we kunnen. Uitzonderingen daargelaten natuurlijk, maar samen met elkaar komen we er wel. Soms zijn er lastige situaties, bijvoorbeeld als een specialist of huisarts iets neerlegt waar de wijkverpleging niet aan kan voldoen. Dan ga ik in overleg met de arts en dan bespreken we wat wel kan.
Wat ik altijd bij mij heb is mijn handsanitizer met een poes erop. Enkele collega’s en ik hebben dat gekregen van een cliënt die we in de wondzorg hebben verzorgd. Er zit een lusje aan en het zit aan mijn tas, zo heb ik het altijd bij mij en het ziet er ook leuk uit. Vaak vragen cliënten aan mij: wat is het? Zo draag ik mijn werk elke dag met mij mee.